Historie d'Uston & Allard
De heer Louis Allard, geboren op 14 Januari 1875 te Farciennes bij Charleroi, emigreerde naar Engeland in 1896 op 21 jarige leeftijd.
Door zijn moeder, die jarenlang op het eiland Mauritius gewoond had, beheerste Louis de Engelse taal zeer goed.
Mede daarom kreeg hij al snel een baan als vertegenwoordiger en reisde veel.
Hij was veel in London en kwam in contact met zakenmensen uit de autowereld,
door de grote toename van auto's zag hij ook een toekomst op het vaste land voor auto-accessoires.
Hij had alleen de middelen niet om alles zelf te financieren.
Louis nam contact op met zijn zwager: baron d'Uston, die in Nice woonde, en niet onbemiddeld was.
Samen vatten ze het plan om twee winkels voor auto-accessoires te openen, één in Den Haag en één in Brussel.
In deze twee steden bevonden zich destijds de meeste wagens.
De onderneming in Den Haag werd in 1911 in de Hoge Nieuwstraat door de vennoten d'Uston en Allard gevestigd
en betrof de handel in verkoop en montage van autoaccessoires.
De winkel werd beheerd door de heer Allard.
De winkel in Brussel werd door een ander familielid beheerd.
Met de kennis en de relaties welke de heer Allard in Engeland had opgedaan werden verschillende accessoires geïmporteerd en tevens gemonteerd.
De zaken liepen goed, maar de eerste wereldoorlog bracht een domper in de handel, vooral in Brussel door de bezetting van de Duitsers.
In 1920 herleefde de auto-accessoires handel door de explosieve toename van het aantal personenwagen van 4.000 in 1911 tot 10.000 stuks in 1920.
Door familieomstandigheden trad d'Uston uit de onderneming in 1923.
De naam bleef bestaan, alleen de winkel in Brussel werd opgeheven.
In 1932 verhuisde de winkel in Den Haag naar de Ruyterstraat.
Hier vond geen montage meer plaats, er werd alleen verkoop aan garages gedaan.
In 1937 verhuisde het bedrijf weer naar het huidige adres op de Laan van Meerdervoort, hoek Trompstraat,
waar de activiteiten werden uitgebreid naar de fabricage van kentekenplaten en huisnummerborden.
De jaren 1940-1945 waren vanzelfsprekend zonder al te veel activiteiten maar de zaak bleef overeind en bestaan.
In 1948 overleed de Heer Allard. Zijn weduwe werd eigenaresse en gaf haar twee neven Vanlaeken en Balduck volledige volmacht.
In 1949 trok zij zich terug uit de onderneming. In 1950 kwam een nieuw soort registratie van kentekenplaten.
In geheel Nederland werden 140.000 personenwagen en 85.000 vrachtwagens en bussen voorzien met nieuwe platen,
gefabriceerd door ongeveer 15 producenten. In 2000 werd dat weer herhaald, alleen met andere aantallen voertuigen en producenten.
Door de toename van het aantal auto's bloeide de handel in de jaren 50 en 60 op.
De auto's waren kaal en bevatte vaak geen kachel, contactsloten, ruitenwissers, ruitensproeiers e.d..
Bij het 50 jarig bestaan van de zaak werd in 1961 het filiaal in Wassenaar geopend op het Stadhoudersplein.
De zaak werd voor zowel garages als particulieren ingericht, zoals dat ook al inmiddels in Den Haag was gebeurd.
Inmiddels is het filiaal in Wassenaar gesloten.
In 1996 overleed de Heer Vanlaeken door een tragisch auto-ongeluk en werd de zaak door zijn compagnon voortgezet.
Inmiddels is het bedrijf overgenomen door zijn zoon Robert Balduck.
De activiteiten zijn met de tijd uitgebreid naar niet alleen auto accessoires en kentekenplaten, maar ook technische onderdelen zoals o.a. filters,
remdelen uitlaten, koppelingen en gereedschappen.